- Microwormen en Walterwormen
De cultuur van Microwormen en Walterwormen
© Copyright Jan Altink
De diertjes worden Microwormpjes genoemd en onder die naam
(Microworms, Walterworms, Micro Würmchen) kun je veel info Googelen.
Het zijn feitelijk kleine aaltjes (nematoden) en ze behoren dus tot
een heel andere orde, maar dat maakt de vissen niet uit, denk ik.
J
Officieel zijn het
Panagrellus redivivus
(Sour paste nematode),
synonym Panagrellus silusiae (Beer nematode)
met een diameter van 50 micrometer bij een lengte van 0,5 tot rond
de 2 millimeter. Ze zijn levendbarend.
Ze zijn iets kleiner dan pas uitgekomen Artemia (pekelkreeftjes) (de “Walters” weer ± de helft kleiner, dus ook dunner dan de “Micro’s”), en daardoor prima geschikt voor jonge vissen die nog te klein zijn om artemia aan te kunnen. Ook kleine kreeftachtigen (garnalen) eten graag Micro- en Walterwormen.
Er zijn veel verschillende methoden, maar mijn ervaring is dat de
andere korter meegaan, meer/sterker ruiken en vaker “crashen”. Zo
heeft een cultuur met in melk geweekt oud brood het nadeel dat de
melk snel verzuurt en dat het brood kan beschimmelen. In beide
gevallen sterft dan de cultuur.
Een goed “lopende” cultuur ontwikkeld een kenmerkende geur, die ik
het beste kan omschrijven als “een kleedkamer na de wedstrijd”. Hou
daar rekening mee met het kiezen van een (geventileerde) plek om de
cultuur te bewaren. Bepaald niet iedereen ervaart de geur als
aangenaam of in elk geval draaglijk.
Wanneer een cultuur echt stinkt is de boel waarschijnlijk dood en
gaan rotten.
Start indien mogelijk meteen 2 culturen op, op die manier is de kans
kleiner dat je alles verspeeld wanneer er een cultuur crasht en
bovendien kun je dan alle dagen oogsten, om de beurt van de een en
de ander.
De
methode die ik hanteer:
Gebruik een tweetal als het kan ondiepe, vlakke kunststof bakjes
(liefst òf donker van kleur, òf doorzichtig, dan kun je de aaltjes
goed zien), inhoud ongeveer 1 à 1,5 liter. Als er passende deksels
bijzitten, prima, anders afdekken met glasplaatjes, plasticfolie
o.i.d. om uitdrogen van de cultuur te voorkomen. Maar de cultuur mag
niet luchtdicht afgesloten zijn, zonodig gaatjes in de deksel
smelten of prikken.
Ik gebruik de bakjes waar de slager 1 kilo gehakt in verkoopt, maar
eigenlijk voldoet elk type wel.
↑ Zo een bakje werkt ….
…
maar zo een ook
à
Markeer de bakjes met het soort cultuur dat je erin doet (Walters en
Micro’s zijn op het oog echt niet uit elkaar te houden) en een
“opstartdatum”. Allereerst kun je dan bijhouden hoe lang een cultuur
nodig heeft om in productie te komen, hoe lang een cultuur meegaat
en ten slotte weet je na je eerste cultuur wanneer het tijd wordt om
een nieuwe op te zetten.
↑ Naam…
… en datum ↑
Bereid
(voor 2 bakjes) ongeveer een liter havermout (de allergoedkoopste
die je kunt vinden is voor dit doel beslist de beste) met water
(geen melk!), verhouding ongeveer 3 cups** (1 cup = 250ml)
havermout op 5 cups water, 1 minuut in de magnetron op vol vermogen,
doorroeren, weer 1 minuut vol vermogen, weer doorroeren en gelijk
verdelen over de bakjes, zodanig dat ze bakjes ongeveer halfvol
gevuld zijn met de brij. De havermout moet aan de droge kant zijn,
"pruttig" zogezegd, dus niet echt schenkbaar. Laat nu eerst
volledig afkoelen. Als de brij te warm is gaan de aaltjes dood!
(Bij temp. boven de 26°C
gaan de Micro’s afsterven, de Walter´s kunnen nog een paar graden
hoger verdragen.)
ß
** Een “cup” is een maatbeker van ± 250ml die veelal bij
broodbakmachines e.d. wordt meegeleverd om hoeveelheden af te meten.
Een gewone koffiebeker kan ook, het gaat hier om de verhouding. De
aansteker is alleen maar om de grootte aan te duiden.
↑ Goed doorroeren na de 1e keer verhitten …
↑ … en nog een keer na de 2e keer verhitten. Deze
structuur willen we hebben: klonterig/brokkelig. “Pruttig”, dus.
J
Wanneer de brij nog te nat is, gewoon nog wat droge havermout erdoor
roeren. Na afkoelen moet de havermout zich tot één klont gevormd
hebben. Strooi over de havermout een snufje (1/8 theelepel of
zo, een mespuntje, zoiets) droge gist korrels. Hoeft niet, maar de
cultuur start er een stuk sneller door. Zorg dan wel voor voldoende
ventilatie bij de cultuur, zodat de wormen niet stikken door de CO2
productie van de gist! Verdeel vervolgens de startculturen
Microwormen over de twee bakjes, dek ze af en zet ze ergens koel en
in het donker. In de kelder of in een kast of zo, maar niet in de
koelkast (alleen al vanwege de geur!)
Controleer de volgende dag of de culturen niet tè droog zijn,
zonodig heel licht besproeien met een plantenspuit met water. Vanaf
dag 3 moeten ze wel “lopen”.
↑ De brij in een bakje doen…
↑ … mooi verdelen en volledig laten afkoelen!
↑ Een hoekje van de entportie vrijmaken en het hoekje afknippen…
↑ … en spuiten maar!
↑ Verdeel gelijkmatig.
Na een paar dagen moeten er "poeltjes" krioelende smurrie in de
havermout ontstaan zijn, en na ongeveer anderhalve week ziet het
hele oppervlak eruit alsof er een laagje zure melk op staat. De
kenmerkende geur is ook duidelijk aanwezig.
De Microwormen leven 20-25 dagen, voortplantend vanaf de 3e
dag en tot 40 levende jongen per dag producerend. De Walterwormen
leven 30-35 dagen, voortplantend vanaf de 4e dag en tot
65! jongen per dag producerend. Wanneer een cultuur eenmaal van
start is, gaat het dus heel snel!
Vanaf
een week (of twee) kan je gaan oogsten. De makkelijkste methode: zet
een bakje direct uit het donker op een lichtkap en ga na 5 minuten
eens kijken. Als het goed is kruipen de aaltjes door de warmte van
de lichtkap langs de kanten van het bakje omhoog en daar kunnen ze
met behulp van een platte (make-up) penseel, ijslolliestokje of
wattentip o.i.d. vanaf gestreken worden en rechtstreeks bij de jonge
visjes gedaan, of eerst even verzamelen in een bekertje vers koel
water. Wacht niet te lang voor het oogsten, want als de beestjes aan
de hogere temperatuur gewend zijn, kruipen ze weer terug in de
“havermoutsoep”.
Als je geen tijd hebt om de cultuur op te warmen kun je de penseel
ook direct in de natte plekken dippen en afstrijken langs de rand
van een beker. Je verzamelt nu de melkachtige vloeistof waar de
aaltjes in leven. Om de boel te scheiden kan je simpelweg wat koel
water toevoegen, even ronddraaien en uitgieten door een artemiazeef.
Gelijk voeren en niet naspoelen, want de aaltjes
kruipen door de zeef! (Ze zijn kleiner dan artemia, weet je nog?).
↑ Artemiazeefje en make-up penseel
↑ Artemiazeef van Hobby
↑ Eerst de randen (en evt. deksel) afstrijken…
↑ … daarna (bij behoefte) nog uit de “poeltjes” oogsten.
↑ “Wormenmelk”
↑
Strijk voorzichtig met beide kanten van het penseel in de poeltjes…
↑ … zodat de penseel mooi rondom bezet is…
↑ … en spoel uit in wat koel water. (N.B.: Het hoeft niet per sé een
Teletubbie beker te zijn!
J
)
↑ Uitgieten door het artemiazeefje…
↑ … even laten uitlekken…
↑ … hier is het om te doen. De paar stukjes havermout die meekomen
kunnen gewoon mee gevoerd worden aan de vissen.
↑ Ze zijn echt heel klein!
27/04/08 Een alternatieve oogstmethode, super makkelijk, maar je moet hem wel voorbereiden, kreeg ik aangereikt van Annabelle van Gelder uit België en is deze:
Knip uit een gewoon (bruin) koffiefilter een stukje papier wat je kwijt kunt op de wormencultuur en leg dat er bovenop. Eventueel het papier een beetje vochtig maken met een paar druppels water of even voorzichtig aandrukken op de cultuur.
Na
1 à 2 dagen zijn de wormen door de filter heen gekropen en kunnen nu
ofwel van het papier worden afgeschraapt, ofwel je spoelt (een deel
van) het papier af in een bakje met jongen. Je kunt natuurlijk ook
met afzonderlijke strookjes werken. Het filterpapier kan na gebruik
weer terug op de cultuur en het gebeuren herhaalt zich.
J
Ikzelf pel zorgvuldig
het koffiefilter van de brij zodat er zo goed als geen medium
meekomt en leg simpelweg de “wormenkant” op het wateroppervlak. Je
ziet gelijk een wolk voerdiertjes er vanaf komen.
Het duurt eventjes, maar dan kan je ook simpel,
snel en schoon een heleboel oogsten!
Als de havermoutbrij precies goed is (en dat is zoals gezegd tamelijk droog) dan levert een koffiefilter op een goede cultuur na een dag of twee dit op: een dikke witte laag nematoden die er met een kwastje of ijsstokje o.i.d. in klonten af te halen is.
Wie geen angst heeft voor “beestjes” pelt de filter er voorzichtig af en strijkt de oogst gewoon tussen de samengeknepen vingers van het filter.
Wie geen artemiazeefje heeft en ook niet wil aanschaffen, kan ook gebruik maken van een pipet of een oogdruppelaartje o.i.d. Uiteraard gaat er dan meer van de zure vloeistof mee tijdens het voeren, maar daar heb ik zelf nog nooit iets nadeligs van bemerkt. Misschien werkt een nylonkous in een trechter als bruikbaar filter?
Hoewel de aaltjes niet zo snel sterven in zoet water als artemia, is
terughoudendheid met voeren nog steeds geboden. Om de waterkwaliteit
niet al te zwaar te belasten en overvoeren tegen te gaan, is het
handig om te weten dat een flinke druppel al gauw duizenden aaltjes
kan bevatten!
Wanneer een cultuur "crasht", door beschimmelen (ruikt muf i.p.v.
zurig), uitlopen (hele zooi is ineens volledig vloeibaar geworden en
verzuurd omdat de havermout op was) of bruin wordt (meestal door
uitdrogen) is het tijd om een nieuwe cultuur op te starten. Liefst
m.b.v. een entportie van de tweede nog goed lopende cultuur, of
anders uit het best uitziende deel van de gecrashte cultuur een
entportie nemen en met verse havermout overnieuw beginnen.
Mijn culturen "lopen" ongeveer 2 à 3 maanden voordat ze "door de
havermout heen zijn", maar ik oogst ook nagenoeg alle dagen! Wanneer
je niet oogst en de wormen rustig kunnen doorgaan met vermeerderen,
zal een cultuur uiteraard eerder “op” zijn.
Even in de gaten houden hoe het in jouw geval gaat en op tijd nieuwe
culturen opzetten. Des te sneller je ververst, hoe minder de cultuur
ruikt. Overigens eten de volwassen vissen ook graag Micro- en
Walterwormen, dus er is op zich geen reden om niet regelmatig te
oogsten.
Wanneer culturen niet alle dagen geoogst (of in elk geval bekeken)
worden, bestaat er een kans op zuurstof gebrek. Bij gebruik van een
bakje met deksel ofwel de deksel niet volledig sluiten, ofwel met
een hete speld kleine gaatjes in de deksel smelten.
Afdekken met magnetronfolie werkt ook. In geval van een glasplaatje
dat zodanig plaatsen dat er ergens een klein kiertje open blijft.
Mocht een cultuur een keer te nat worden en dreigen te crashen en je
hebt geen havermout bij de hand (of geen tijd op dat moment) dan kun
je de zaak tijdelijk redden met een kwart snee droog brood, liefst
bruinbrood (gaat langer mee, wit is alleen maar zetmeel). Gewoon in
de massa drukken en klaar.
Simpelweg droge havermout door de massa roeren heeft bewezen niet
goed te werken. Een klein beetje wil nog wel, maar aangezien
havermout veel vocht opneemt, bestaat de kans dat de cultuur
uitdroogt als de hoeveelheid droge havermout te groot is.
Wanneer er een grijzige laag op de cultuur vormt, kan je die er het
beste z.s.m. vanaf scheppen en wegdoen,
want het grijze spul bestaat uit afvalstoffen en dode wormen.
Er bestaat ook nog de mogelijkheid om de wormen te “verrijken” door
af en toe wat goede kwaliteit vlokkenvoer op de cultuur te strooien.
De wormen consumeren de vlokken en zullen er een hogere
voedingswaarde door krijgen.
Microwormen voedingswaarde informatie: 76% water en 24% droge bestanddelen; 48% proteïne, 21% vet, 7% glycogeen, 1% organische zuren en 1% nucleïnezuur. (Adrian R. Tappin, 2000)
Tot slot voor de wetenschappelijk geïnteresseerden onder ons nog een vergelijkingstabel van Microwormen versus Artemia volgens Watanabe & Kiron:
|
P. redivivus |
Artemia |
Protein |
48.3 |
61.6 |
Amino acids |
|
|
ILE |
5.1 |
3.8 |
LEU |
7.7 |
8.9 |
MET |
2.2 |
1.3 |
PHE |
4.7 |
4.9 |
TYR |
3.2 |
5.4 |
THR |
4.7 |
2.5 |
TRY |
1.5 |
|
VAL |
6.4 |
4.7 |
LYS |
7.9 |
8.9 |
ARG |
6.6 |
7.3 |
HIS |
2.9 |
1.9 |
ALA |
8.8 |
6.0 |
ASP |
11.0 |
11.2 |
GLU |
12.8 |
12.9 |
GLY |
6.4 |
5.0 |
PRO |
5.4 |
6.9 |
SER |
3.7 |
6.7 |
Succes ermee!